www.boswachtersblog.nl/ Texel

Natuurgebied in de spotlight: De Muy

9 augustus 2019 Boswachter Anna Sprenkeling in Texel

De Muy is altijd anders. Bloeiende orchideeën in mei en juni, bramen in overvloed tegen het eind van de zomer en de eerste aalscholvers en lepelaars die na de winter terugkeren naar hun broedplaats bij de Muyplas. Het maakt niet uit in welke tijd van het jaar je er bent, het is er elke keer prachtig. De ruige duinen, het weidse uitzicht en de rust zijn altijd aanwezig.

Omringd door dijken

De Muy is een jong duingebied waar de invloed van het zoute water verdwenen is. In tegenstelling tot De Slufter is de mens er hier wel in geslaagd om een stuk strand in te polderen. Het Slufterdijkje scheidt De Muy van de zoute Sluftervlakte. In De Muy heb je een ruime keuze uit wandelpaden, zeker nu het broedseizoen voorbij is en de extra groene paden open zijn.

Binnendoor of buitenlangs

Door de aanleg van de Muydam in 1871 ontstond de Binnen Muy. De groene wandelroute slingert hier langs de Muyplas, de locatie van de eerste lepelaarskolonie van de Wadden. Het wandelpad leidt je ook langs Het Oorlogsschip: een bebost duintje dat op afstand doet denken aan, je raad het al, een oorlogsschip. Naast de Binnen Muy ligt de Buiten Muy, de laatste vallei voor de zeereep. Deze is ontstaan door de aanleg van een stuifdijk in 1888.  De groene wandelroute gaat over in de blauwe route en brengt je langs De Bertusnol, een van de bekendste uitkijkpunten op Texel.

Prachtig uitzicht vanaf Bertusnol

Het is een pittige trap om te beklimmen maar als je eenmaal boven bent word je beloond met een prachtig uitzicht over de Muy en De Slufter. De Bertusnol is vernoemd naar een van de eerste vogelwachters van Staatsbosbeheer, Bertus Eelman. ‘Nol’ is de Noord-Hollandse naam voor duin. Bertus gebruikte de duin als uitkijkpost en kon vanaf hier goed in de gaten houden of niemand stiekem de lepelaarskolonie bezocht.

Schotse grazers

De indrukwekkende Schotse Hooglanders zijn inmiddels niet meer weg te denken uit het Texelse landschap. Maar heb jij de andere Schotse grazers al eens gezien? Sinds 10 jaar wordt een deel van De Muy begraasd door Galloway runderen. Deze kleine zwarte runderen zonder horens lopen hier jaarrond en houden het gebied open. Ze kunnen vrij rondzwerven door het gebied. In de zomer lopen ze meer in de weilanden, ’s winters zoeken ze vaker de achterliggende duinen en bosjes op. Bij koeien horen koeienvlaaien. Als wandelaar probeer je die natuurlijk te vermijden maar voor veel beestjes zijn ze juist aantrekkelijk. Keverlarven, vliegenmaden en regenwormen zijn er gek op. Het wemelt er van het leven en overal zijn graafgaatjes te vinden. Deze insecten trekken op hun beurt weer weidevogels aan in het voorjaar.

Lekkernij voor vogels en mensen

Het is de oplettende wandelaar misschien al opgevallen: sommige bramen zijn nu al rijp! Het zijn vooral de dauwbramen, te herkennen aan de dofblauwe kleur, die je nu op veel plekken ziet. Deze bramen zien er heerlijk uit maar zijn wel wat zuurder dan de gewone bramen. De vruchten zijn niet alleen voor mensen een lekker tussendoortje tijdens het wandelen, ook veel vogels genieten ervan. Dit najaar komen grote groepen zangvogels vanuit Scandinavië bijtanken in de Texelse duinen. Ze eten zich vol met bramen, vlierbessen en lijsterbessen voor ze hun lange trektocht richting het zuiden vervolgen.

Dauwbraam
Gewone braam
reageren

geef een reactie

i

Mis geen enkel bericht van dit boswachtersblog