Als je paddenstoelen gaat zoeken denk je meestal aan het bos. Maar paddenstoelen komen overal voor. Zelfs in de Slufter. Doordat ze niet van een zout bad houden groeien ze op de hoger gelegen delen van het gebied en in de omringende duinen. Vrijwillige gidsen Pam & Els gingen op ontdekkingstocht...

Paddenstoelen houden wel van paardenmest. Dankzij de aanwezigheid van de konikpaarden komen er nu soorten voor die er eerder waarschijnlijk niet te vinden waren. Dat weet ik niet zeker doordat ik niet eerder zo gericht heb gekeken naar de soorten als in de afgelopen maand. Misschien dat ze schapen- en koeienmest ook geschikt vonden. Samen met een collega-natuurgids, die veel meer weet van paddenstoelen dan ik, ben ik gaan kijken. We liepen vanaf het boswachtershuisje de duinen in, langs de excursieroute, en noteerden alles wat we tegenkwamen. Het begon pas echt interessant te worden toen we het deel ingingen achter de schrikdraad. Daar komen de paarden voor.

Paddenstoelennamen geven soms heel goed aan hoe een paddenstoel eruitziet. Wat dacht je van het sneeuwzwammetje? Een helwitte vrucht die zeker iets van sneeuw weg heeft. Of de inktzwam, die inkt afgeeft als hij erg rijp is. Sommige soorten kun je herkennen aan hun geur, zoals de geurende wasplaat, die ruikt naar shampoo. En de speldenprikzwam lijkt sprekend! Andere soorten zijn moeilijker te determineren. Was dat dan bijvoorbeeld een gordijnzwam of een vlekplaat? Ook al probeer ik elk jaar een aantal keren naar paddenstoelen te kijken, het determineren is echt niet gemakkelijk. Ik ben blij als ik een paar soorten leer kennen die ik in het jaar daarop nog weet te herkennen. Ik denk dat het dit jaar de mestinktzwam wordt, een van de soorten op de paardenmest. Een echt plaatje! Ook de kleefsteelstropharia was een soort waar wij blij van werden. Zo duidelijk en precies zoals het boekje het beschrijft!

Wat hebben we allemaal gezien? Zo’n 23 soorten zijn gedetermineerd; naast de soorten die hierboven al werden genoemd verschillende wasplaatjes (papegaaizwam, zwartwordende wasplaat), het vaal mosklokje, het duinmosklokje, de satijnzwam, het paarsharttrechtertje, het donsvoetje, de paarse schijnridder, de melige stuifzwam, kaalkopjes, vlekplaten en vezelkoppen. Het duizelt!

Eigenlijk is zo’n verhaal een beetje pesterij. Als ik je nieuwsgierig heb gemaakt om zelf te gaan kijken moet ik je teleurstellen. Het gebied waar wij liepen is alleen toegankelijk met een gids. Dus zelf deze soorten zoeken in de Slufter, vooral de soorten op paardenmest, zal niet gemakkelijk zijn. Maar gelukkig lopen er ook bij de Bollekamer en het Grote Vlak paarden en daar mag je wel komen. Zolang het niet vriest, kun je rustig nog naar paddenstoelen gaan zoeken. En volgend jaar kunnen we hopelijk weer excursies geven in het afgesloten deel van de Slufter!