www.boswachtersblog.nl/ Zuid-Holland

Inheems autochtoon duindoornzaad

24 september 2011 staatsbosbeheerzuidholland in Zuid-Holland

Een niet alledaags verzoek

Onlangs kregen we een niet alledaags verzoek: Kunnen jullie 10 kg inheems autochtoon duindoorn zaad leveren? Nu kun je een dergelijk verzoek gewoon uitvoeren, een emmer pakken en op gecertificeerde wijze duindoornbessen gaan plukken. Maar wat is er mooier om mensen in de omgeving te betrekken in ons werk. Of nog beter de jeugd?
Dus even later sta je voor een groep leerlingen van het Northgo college in Noordwijk uit te leggen wat het nut en de noodzaak is van inheems autochtoon zaad.

20110924-162656.jpg

De Bonte Vliegenvanger komt te laat

Mijn verhaal begint met de Bonte Vliegenvanger. Ieder jaar heeft deze kleine zangvogel het lastiger om zijn kroos groot te krijgen. Oorzaak; door de klimaatverandering verschuift van de insectenpiek. De Bonte Vliegenvanger brengt de winter 3000 km zuidelijker door en komt op een vast moment naar Nederland om hier te broeden. En als je je dan strak aan dat reisschema houdt kom je te laat om voldoende voedsel te vinden. Je loopt uit de pas met het natuurlijk ritme van je leefomgeving. Maar er zijn meer oorzaken behalve klimaatveranderingen waardoor dieren en planten op deze manier in de problemen komen.

Inheems alleen is niet genoeg

Het natuurlijk ritme is kenmerkend voor inheemse vanouds ergens voorkomende planten. Maar niet alle planten in Nederland komen hier van oudsher voor. (Niet alle planten zijn autochtoon.) Planten die van verder komen nemen het ritme van hun thuisomgeving mee. En lopen daarmee uit de pas. Zo bloeit de Italiaanse meidoorn eerder dan de Nederlandse. Insecten die afhankelijk zijn van de nectar in de meidoornbloemen moeten dus zorgen dat ze vroeg genoeg zijn om voldoende voedsel te vinden als er alleen Italiaanse meidoorns aanwezig zijn. Niet iedere soort redt dat.

Veel dieren maar ook planten en schimmels zijn aangepast aan specifieke planten en hun ritme. De planten zijn op hun beurt weer aangepast aan de dieren die gewenst of ongewenst gebruik van hen maken. Een mooi voorbeeld is de zomereik. Je kunt hier wel zo’n 280 soorten insecten op aantreffen. Ook een meidoorn heeft relaties met 150 soorten insecten. Tenminste als het planten zijn die al lange tijd in ons land voorkomen. Want door generatie op generatie aanwezig te zijn in een bepaalde leefomgeving groeit de verbondenheid met allerlei soorten in de omgeving. Want ook in Zuid-Europa komen meidoorns en eiken voor. Die hebben hun eigen relaties.

20110924-162848.jpg

Het belang van autochtone planten

Voor de duindoorn geldt hetzelfde. Alleen langs onze kust komen duindoorns voor die hier al eeuwen groeien en zich dus hebben aangepast aan hun omgeving. In andere delen van Nederland staan ook duindoorns maar deze zijn vanuit elders in Europa ingevoerd en passen dus minder goed in het ritme van de Nederlandse natuur. Vaak zijn deze duindoorns ook vatbaarder voor ziekten. Reden voor kwekers en natuurbeheerders om te zoeken naar planten die niet alleen inheems zijn maar ook nog autochtoon. Immers dan heb je het beste plantmateriaal passend bij de omgeving.

In Berkheide is een plek waar dit soort duindoorns staan. Berkheide vormt zo een belangrijke bron voor zeer waardevolle duindoorns.

20110925-211153.jpg

Extra info: Bonte Vliegenvanger en klimaatverandering
Het verzoek kwam van Zaad & Plantsoen; de interne afdeling die de kwaliteitsborging voor plantmateriaal bij Staatsbosbeheer verzorgt. Zij verzorgen altijd dit soort aanvragen.

 

reageren

geef een reactie

i

Mis geen enkel bericht van dit boswachtersblog