www.boswachtersblog.nl/ Aan Zee

Als de sprinkhaan drie maal kraait…

30 augustus 2017 Boswachter Karel Leeftink in Aan Zee

Foto: Benjamin Walhout

Het gaat niet goed met de insecten. Aantallen zijn sinds een jaar of dertig behoorlijk afgenomen. Toch kennen de gebieden van Staatsbosbeheer nog een rijke diversiteit aan insecten. Naast vlinders, libellen en bijen, behoren sprinkhanen tot de meest opvallende. Toch valt het niet mee de diverse soorten uit elkaar te houden. De zang van de mannetjes is daarbij een grote hulp … als je die kent, tenminste.

Een lied voor elke gelegenheid

Te zien zijn ze soms lastig, die sprinkhanen, zeker als ze de kleur van hun omgeving hebben. Maar te horen des te beter. Vanuit ruigten, struweel, grasvelden, wegbermen en hier en daar akkers hoor je overal het luide zingen van de sprinkhanen. In tegenstelling tot bij heel wat andere insecten – waar geluid voortbrengen slechts een bijproduct is, zoals bij vliegen – heeft het zingen bij sprinkhanen en krekels wel degelijk een functie. Sterker, deskundigen onderscheiden meerdere typen zang met hun specifieke kenmerken en functies. Zo is er roepzang, antwoordzang en baltszang. Mannetjes van heel wat soorten maken daarnaast ook rivaliserende geluiden. Die worden voortgebracht als twee mannetjes zich (te) dicht bij elkaar bevinden. Overigens gaat de ene zang nog wel eens in de andere over, dus de grenzen zijn niet altijd zo strikt.

Zingen?

Het “zingen” van de sprinkhanen heeft niets van ons zingen of de vogelzang weg. Het is immers niet de snavel of de mond, die hierbij een rol speelt. Het is het zgn. stridulatieorgaan. Dat zit op de voorvleugels of op de achterpoten en bestaat uit een rij tandjes of richeltjes, de rasp, en het plectrum. Door de rasp en het plectrum langs elkaar heen te strijken, ontstaat een geluid, dat we voor het gemak zang noemen. De vleugels fungeren bij heel wat soorten als een klankkast, die het geluid meer volume geeft. De snelheid waarmee geraspt wordt en de aantallen en dichtheid van de tandjes bepalen het geluid.

Levensgevaarlijk

Het zijn alleen de mannetjes, die zingen, de vrouwtjes houden zich wijselijk stil. Zij lopen dan ook minder gevaar dan de heren. Want door hun muzikale aanwezigheid zijn de mannetjes makkelijk op te sporen door minder goed bedoelende liefhebbers….. Vandaar dat het lied bij de minste of geringste onrust in één klap stil valt.

 

reageren

geef een reactie

i

Mis geen enkel bericht van dit boswachtersblog