www.boswachtersblog.nl/ Noord-Holland

De veenmosorchissen van Varkensland

30 maart 2020 Boswachter Jamie Jenner in Noord-Holland

Fotograaf: Piet Brouwer. De veenmosochis van dichtbij. Het bloemetje is slechts een halve centimeter groot.

De veenmosorchis (Hammarbya paludosa) is in 1944 voor het eerst aangetroffen in Varkensland. Dit was de eerste melding van deze orchideeënsoort in Laag-Holland. Na deze eerste vondst is de veenmosorchis ook in de Eilandspolder, Ilperveld, Oostzanerveld, Polder Westzaan, Waterland en het Wormer- en Jisperveld aangetroffen. Hoewel de veenmosorchis zich middels zaad, broedknolletjes en knoldeling kan vermeerderen, gaat deze soort in Laag-Holland, Nederland en Europa achteruit. In Laag-Holland is de veenmosorchis inmiddels alleen nog te vinden op enkele groeiplaatsen in het Ilperveld en Varkensland.

Deze blog is geschreven door boswachter ecologie Ab van Dorp.

Meer onderzoek en monitoring naar veenmosorchissen

In 2013 deed onderzoeker Gijs van Dijk onderzoek naar de standplaatseigenschappen van de veenmosorchis. Hiervoor bezocht Gijs alle groeiplaatsen van de veenmosorchis in Nederland, ook die in Varkensland. Eind 2014 verscheen zijn onderzoekrapport: “Wie het kleine niet eert…….” In zijn rapport schrijft Gijs o.a. dat er nog veel niet bekend is van de veenmosorchis. Hij stelt dan ook voor de monitoring van de veenmosorchis uit te breiden.
Door Gijs zijn onderzoek zijn wij er bij Staatsbosbeheer nog eens extra op gewezen hoe bijzonder het is dat deze in ons land bijna uitgestorven mini-orchidee nog in enkele veenmosrietlanden in Varkensland voorkomt. Niet dat er geen aandacht was voor deze veenmosrietlanden: rond de eeuwwisseling zijn zgn. effectgerichte maatregelen uitgevoerd (plaggen); in 2011 en 2012 is de interne waterhuishouding verbeterd en is appelbes weggeplagd. Ook zijn jaarlijks in de (na)zomer de bloeistengels van deze mini-orchideeën geteld en uiteraard zijn de veenmosrietlanden jaarlijks gemaaid (en het maaisel opgeruimd). Vrijwilliger Nico Dekker nam in 2013 de uitdaging aan om de aanbevelingen van Gijs, te weten meer werk maken van het monitoren van de veenmosorchissen en de veenmosorchissen individueel te volgen, uit te gaan voeren.

Ongetwijfeld heeft ook het uitgebreide onderzoek van Ron van ’t Veer in 2014 over de populatieontwikkeling, biometrie, ecologie en beheer van de veenmosorchis stimulerend gewerkt. Ron zijn onderzoeksrapport “Veenmosorchis in Varkensland en Laag-Holland” verscheen in het najaar van 2015. Uit Ron zijn onderzoek bleek dat we in Laag-Holland met de variëteit robusta (meestal meer dan 50 bloemen per boeistengel) van de veenmosorchis te maken hebben. Nico begon zijn verbeterde monitoring in 2013 door de 24 dat jaar gevonden veenmosorchissen individueel te markeren en later van een individueel genummerd label te voorzien.

Gemeet, geweet en geknuffel

Nico is met Varkensland betrokken geraakt na een oproep in 2008 van SOVON om vrijwilligers te werven voor het inventariseren van een broedvogelplot. Nico is 35 jaar beheerder geweest van het naast Varkensland (in hetzelfde Natura 2000-gebied gelegen) Ilperveld. Het beheer en de natuurwaarden van dergelijke veenweide-/laagveengebieden is hem meer dan bekend. Omdat Nico in 2014 ook libellen- en vlindermonitoring routes in Varkensland aanlegde is het aantal bezoeken van hem aan Varkensland aanzienlijk toegenomen. Ook begon Nico, ondersteund door een groepje vrijwilligers, het botanisch beheer op een aantal verlandingen/veenmosrietlanden in Varkensland te optimaliseren. In 2016 adviseerde Nico de waterhuishouding van een aantal veenmosrietlanden aan te passen, waaronder ook groeiplaatsen van de veenmosorchis. Deze aanpassingen, te weten het verhogen van de waterstand van een aantal veenmosriet landen, zijn uitgevoerd. Al met al is Nico inmiddels bijna dagelijks in Varkensland te vinden.

Bij de lezers zal de voor de hand liggende vraag opkomen: “Heeft die extra aandacht voor de waterhuishouding, beheer en monitoring, ofwel al dat gemeet, geweet en geknuffel, nu ook effect op de veenmosorchissen?” Dat willen we zelf natuurlijk ook weten en betekent allereerst dat de veenmosorchissen geteld moeten worden. Het vinden van deze mini-orchidee in een (veenmos)rietland is geen eenvoudige opgave. Inmiddels hebben we een groepje serieuze zoekers die in staat zijn de bekende spelt in een rietland te kunnen vinden. Als er een veenmosorchis gevonden is wordt deze van een bamboestok voorzien, ingemeten, genummerd en van een individueel genummerd label voorzien.

Zo ziet het zoeken en inmeten van veenmosorchissen in het veld eruit.
Wanneer er een veenmosorchis is gevonden wordt het met een bamboestok-markering en label voorzien.
Na het maaien in de winter, kun je de labels goed zien staan.
Op deze luchtfoto -van bovenstaande groeiplaats- staan de individueel ingemeten veenmosorchissen aangegeven.

Meerdere telrondes

Door de aandacht van de onderzoekers in 2013 en 2014 was al gebleken dat er met alleen een zoektocht eind augustus/begin september een aanzienlijk deel van de veenmosorchissen gemist worden. Veel exemplaren zijn dan al verdroogd of op andere wijze verloren gegaan. Vandaar dat we in die tijd ook begonnen zijn met een eerste zoekronde in juli. De zoekronde in juli levert meestal meer veenmosorchissen op dan de tweede telronde eind augustus/begin september. Inmiddels weten we dat de eerste veenmosorchissen de tweede helft van juni hun kopje boven de grond steken. In juli zijn de meeste veenmosorchissen boven de grond, ook in augustus en in mindere mate in september komen er nog nieuwe exemplaren boven de grond. In 2017 was er zelfs een veenmosorchis die begin oktober opkwam, in dezelfde maand nog bloeide en zaad rijp gemaakt heeft.

Bekend was al dat een veenmosorchis, na eenmaal gebloeid te hebben, enkele jaren slapend onder de grond kan blijven. Van de 361 veenmosorchissen die we inmiddels individueel volgen zijn er 65 na één of 5 jaar opnieuw op dezelfde plek terug gekomen. Eén exemplaar bloeide zelfs 5 jaar achtereen. Wij hebben ook gezien dat veenmosorchissen ineens op een plek als een bosje van, soms wel 20, op kunnen duiken, om het jaar of de jaren daarna niet meer terug te komen. Soms verschijnt er op een plek ineens een bosje veenmosorchissen. Op zich prachtig om zo’n bosje veenmosorchissen te zien, dergelijke plaatjes kenden wij niet in Varkensland, wel zag je foto’s van dergelijke bosjes uit het buitenland.

Fotograaf: Nico Dekker. Een bosje veenmosorchissen.

De geheimen van de veenmosorchis

In Varkensland telden we tot nu toe de drie bekende groeiplaatsen en als er op een zoekdag tijd over is bezoeken we meestal nog even een ander veenmosrietpercelen die erg kansrijk lijken. Afgelopen jaar troffen we op één van deze kansrijke veenmosrietlandjes ineens drie veenmosorchissen. Ze stonden op enkele meters van elkaar. Zijn dit oude exemplaren of zaailingen van een groeiplaats uit de omgeving? Door deze kansrijke veenmosrietpercelen te blijven monitoren komen we hier misschien achter. Wij zijn ons ervan bewust dat om meer geheimen van de veenmosorchis te weten te komen we nog veel langer de veenmosorchissen van Varkensland zullen moeten volgen. Ik hoop dan ook dat Nico deze hobby nog wat jaartjes leuk blijft vinden.

Nico telt niet alleen de veenmosorchissen, hij telt ook het aantal bloemen van de individuele veenmosorchissen en hoeveel veenmosorchissen vruchten weten te maken. Slechts een klein deel, minder dan 10%, weet vruchten te maken. Slakken en hazen weten de veenmosorchissen te waarderen en knagen ze door en eten ze op. Ook zijn we er achter dat beweiding in de zomer slecht is voor de veenmosorchissen, ook schapen weten deze mini-orchideeën te waarderen. Inmiddels lopen er geen schapen meer op de groeiplaatsen.

Toename van de veenmosorchissen in Varkensland

De toegenomen belangstelling voor het beheer en de uitgevoerde inrichtingsmaatregelen hebben geleid tot een toename van het aantal waargenomen veenmosorchissen. Los van het waarnemers effect, door het twee keer zoeken zullen we minder orchideeën missen, is het aantal veenmosorchissen toegenomen.

Het aantal aangetroffen veenmosorchissen vanaf de eerste telling in 1964.
Niet iedere groeiplaats laat een positieve trend zien. De grafiek toont het verloop van de aantal veenmosorchissen per groeiplaats vanaf 2008.

De pracht en zeldzaamheid van de veenmosorchis

Veel plantenkenners hebben nog nooit een veenmosorchis gezien. Alleen al omdat het zo’n kleine plant is zal je dit mini-orchideetje ook niet snel vinden. Daarbij komt ook nog eens dat er maar heel weinig groeiplaatsen zijn. Gelukkig hoort er bij de zoekploeg een gerenommeerde orchideeën fotograaf: Piet Brouwer, die ervoor gezorgd heeft dat je voor een mooie foto van veenmosorchissen niet meer in het veld hoeft te zoeken. In het echt zijn veenmosorchissen zelden groter dan 10 cm. Het bloemetje van de veenmosorchis, is het echt een halve centimeter groot.

Fotograaf: Piet Brouwer. De pracht van de veenmosorchis.

Tot slot wil ik nog melden dat er in het Ilperveld, waar de laatste jaren jaarlijks 10 tot 30 veenmosorchissen geteld werden, in 2019 maar liefst 213 veenmosorchissen geteld zijn. Niet onwaarschijnlijk is het dat er in Varkensland en het Ilperveld nog enkele veenmosrietlanden te vinden zijn waar, als er intensief gezocht wordt, nog enkele groeiplaatsen van de veenmosorchis zijn. Zeker is dat goed beheer en aanvullende maatregelen in de waterhuishouding en bestrijding van exoten als cranberry en appelbes essentieel is.

Duidelijk is dat de veenmosorchis in Laag Holland nog niet verdwenen is, maar dat het behoud van deze zeldzame veenmosrietland soort niet vanzelf gaat.

reageren

geef een reactie

i

Mis geen enkel bericht van dit boswachtersblog