www.boswachtersblog.nl/ Texel

Achter de Geul

9 november 2018 Boswachter Dick Schermer in Texel

Hier begint een van de meest gevarieerde wandelingen die je in het Nationaal Park Duinen van Texel kunt maken (de groene route is open van 1 september tot 1 maart). Bij het achterste parkeerterrein langs de Mokbaai gaat een klein paadje rechts vanaf het geasfalteerde Hartingpad. Het loopt net achter de Geulplas waar in het voorjaar en de zomer lepelaars en aalscholvers de dienst uitmaken. De route gaat verder langs het moerassige gedeelte van de uitlopers van de Geul.

Het pad is in de broedtijd natuurlijk niet toegankelijk doordat met name de lepelaars de broedplaats tot eind augustus blijven bezoeken. Het eerste deel van het pad is dan totaal dichtgegroeid met bramen, hondsrozen en ander struweel. Het is altijd een grote uitdaging voor de boswachters van Staatsbosbeheer om het met bosmaaiers weer begaanbaar te maken.

Wilgen

Het eerste deel van de wandeling leidt door een smalle tunnel door allerlei struikgewas. Ernaast zijn grauwe wilgen naar het water toe tot forse bomen uitgegroeid. Deze wilgen staan meestal met de wortels in het water. Ze lijken eeuwenoud doordat ze dik en soms omgevallen zijn, maar dat valt mee. Ze zijn nog geen eeuw oud. Veel wilgentakken breken onder het eigen gewicht en op de bast groeien vele mossen en korstmossen: een prachtig gezicht voor wie daar oog voor heeft. In dat eerste deel van het wilgenbos ligt nog een klein meertje – een uitloper van de grote Geulplas. In de winter is net wat water zichtbaar.

Verlaten kolonies rond de Geulplas

Verlaten lepelaarsnesten langs het pad

Wanneer de route na pakweg een kilometer weer wat opener wordt, zijn de vele honderden oude nesten van aalscholvers aan de oevers door de bomen heen te zien. Het zijn donkere takkennesten waar aalscholvers in het voorjaar makkelijk op landen. In de herfst zwerven de vogels rond tussen onze kusten en de Middellandse Zee.

De laatste jaren broeden lepelaars in grote clusters op de hellingen zuidelijk van de groene route terwijl ze eerder in het wilgenmoeras zaten. Na het broeden wandelen ze met de jongen naar de oevers van de Geulplas en zijn dan vanaf het uitkijkpunt over de Geul (bij de Mokbaai in juli en augustus) goed te zien. Buiten het broedseizoen zijn de restanten van deze nesten waarin meer dan 350 paren gebroed hebben ook nog waar te nemen. Nu verblijven de lepelaars voornamelijk in West-Afrika.

Poterspaadje en Blinde Kippenpad

Na nog een kilometer wordt het moeras wat ruimer. Hier ligt het voormalige Poterspaadje: een route door het ondiepe moeras waar de helmpoters van vroeger doorheen liepen om snel bij de plek te kunnen zijn waar ze helm konden plaatsen op de Hors. Nog wat verder ligt links achter een hek een breed beheerpad van Rijkswaterstaat over de richel. Dit pad heet het Blinde Kippenpad, door een voormalige vogelwachter zo genoemd omdat zelfs een blinde kip het achterstevoren kon vinden. Het laatste deel van het pad draait met een grote bocht door een verlaten meeuwenkolonie in de duinen naar het parkeerterrein bij paal 9, op het einde van de Hoornderslag.

reageren

geef een reactie

  • Axel W. Bak
    9 november 2018 om 16:25

    Je kunt er een ommetje van maken.

    Is precies 7 km lang. Parkeren bij Paal 9. Het beschreven pad in omgekeerde richting volgen. Dan via de Mokweg een stukje terug. Bij het boswachtershuisje weer het duin in en langs het Pompevlak weer terug naar de parkeerplaats bij Paal 9.

    Dit ommetje is prachtig omdat je door verschillende landschappen loopt. Het verveelt geen seconde. Aanrader!

i

Mis geen enkel bericht van dit boswachtersblog